Zonnepanelen zijn een populaire manier om hernieuwbare energie op te wekken en worden steeds meer gebruikt om elektriciteit te genereren voor huizen, bedrijven en gemeenschappen. Maar hoe werken zonnepanelen precies?
Zonnepanelen zijn gemaakt van fotovoltaïsche cellen, die licht omzetten in elektriciteit. Deze cellen zijn gemaakt van dunne lagen van siliconen en andere materialen, die elektronen vrijmaken wanneer ze worden blootgesteld aan licht. De vrijgemaakte elektronen vormen een stroom elektriciteit, die wordt opgevangen door elektrische conductors op het zonnepaneel en vervolgens naar een omvormer wordt geleid.
De omvormer zet de directe huidige (DC) elektriciteit die door het zonnepaneel wordt gegenereerd om in wisselstroom (AC) elektriciteit, die geschikt is voor gebruik in onze huizen en bedrijven. Deze omgezette elektriciteit kan worden opgeslagen in een batterij of direct worden gebruikt.
Het is belangrijk om te onthouden dat zonnepanelen alleen elektriciteit opwekken wanneer ze worden blootgesteld aan licht, dus ze zullen het meest efficiënt zijn wanneer ze worden geïnstalleerd op een plek met veel zonlicht. Ze kunnen ook worden gekoppeld aan het elektriciteitsnetwerk, zodat overtollige elektriciteit kan worden teruggeleverd aan het netwerk wanneer het niet direct wordt gebruikt.
Kort samengevat, zonnepanelen zetten het licht om in elektriciteit door middel van fotovoltaïsche cellen, die vervolgens worden omgezet in bruikbare elektriciteit door middel van een omvormer. Ze kunnen helpen om onze afhankelijkheid van conventionele energiebronnen te verminderen en onze uitstoot van broeikasgassen te verminderen.